Fotoalbum ‘Costa Rica 2021 – Tirimbina en Cinchona’ weergeven
Voor de laatste twee dagen van ons verblijf in Costa Rica hebben we gekozen voor de Tirimbina Rainforest Lodge, die nauwelijks 15 km van de Ara Ambigua lodge in Sarapiquí ligt. Ongeveer het zelfde ecosysteem, maar in een totaal andere omgeving.
Tirimbina is niet alleen een lodge met een eigen regenwoudreservaat, maar het heeft ook een onderzoekscentrum in verband met biodiversiteit en schimmelziekten bij de teelt van cacao. Met de opbrengsten van de rondleidingen, voornamelijk ‘chocolade tours’, ondersteunen ze de onderzoeksprojecten binnen het reservaat, alsook milieu-educatieve programma’s voor lokale basisschoolleerlingen.
Naast de kamer die men ons toewijst hangt een plaatje waarop staat dat de bekende bioloog David Attenborough hier is komen filmen en toen hier geslapen heeft. Leuk om te weten, maar in onze kamer kan de deur naar het terras niet op slot! Niet echt veilig met al ons materiaal. Helaas; men heeft geen kamer van hetzelfde type meer beschikbaar, enkel nog eentje die iets kleiner is. (zelf zouden we het niet gemerkt hebben). In ruil voor het ongemak, wordt ons de ‘vroeg morgen vogelexcursie’ aangeboden. Pura Vida!
Alle kamers hebben direct toegang tot de tuin. Hier heeft men bewust geen voederplekken gecreëerd, de dieren moeten hun voedsel zelf zoeken. Toeristen die hun reis afstemmen op het bezoeken van locaties met feeders zal je hier dus niet aantreffen.
Sinds eind 2019 is in Costa Rica een wet van kracht die het voederen van dieren verbiedt. Prima voor bijvoorbeeld apen en krokodillen, maar bij strikte toepassing van de wet zouden ook zou alle feeders voor vogels moeten verdwijnen. Op dit moment is men bezig de wet te verfijnen om daarbij aan bepaalde instanties of personen (zoals Cope) toch toestemming te geven om de dieren te blijven voederen, op voorwaarde dat het met respect voor de natuur gebeurt.
Direct buiten de kamer loopt er een pad naar een van Costa Rica’s langste hangbruggen. Ze is 262 meter lang en hangt 22 meter boven de Sarapiquí-rivier. Daardoor verbindt ze de lodge met het meer dan 600 hectare grote tropisch regenwoud. Zelfs voor mensen zonder hoogtevrees is de hevig wiebelende brug een hele belevenis.
Aan de overkant komt men in een heerlijke jungle met in totaal 9 km aan wandelpaden. In een hoek van het reservaat, in de buurt van de rivier, ligt een traditionele cacaoplantage. Bij cacaobomen zitten de minuscule zachtroze bloempjes en daarna de vrucht direct op de stam en op dikke takken. De bomen dragen het hele jaar door vruchten. De rijpe vruchten zijn erg in trek bij onder andere apen en agouti’s. In de buurt van de receptie heeft men twee ‘leslokalen’ waar men presentaties geeft waarbij de bezoekers de verschillende stadia in het maken van chocolade leren kennen. Al eeuwen wordt er in deze regio cacao verbouwd. Tot in 1978 de schimmelziekte Monilia opdook die de wortels aantast en die een giftige stof in de cacaobonen achterlaat. Daardoor moest 80 % van de cacaobomen gerooid worden.
In het regenwoudreservaat zijn nog twee hangbruggen. De langste is 110 meter en loopt over een 35 m diepe ravijn. Daardoor loopt men als het ware direct naast de vogels die in het bladerdak leven. Het is een heel interessante plek. We zagen er de Buffons ara (Ara ambiguus, die we gisteren te vergeefs aan de Ara ambigua lodge zochten) overvliegen. Ook zien we er een breedsnavelmomot en een kleine bonte buizerd, een vogel uit de familie van de havikachtigen.
Maar ook hier, net als de vorige dagen moeten we rekening houden met regenbuien. Regen en regenwoud, het gaat écht samen. De vroeg morgenwandeling op dag één gaat niet door. Als het water met bakken uit de lucht valt laat geen enkele vogel zich zien. Gelukkig hebben we nog een reserve dag. Tussen de buien door is het ons toch gelukt alle paden in hun regenwoudreservaat te bewandelen. Via een tweede hangbrug komt men in het minst verkende deel van het regenwoud. Hier staat een 70 m hoge kapokboom. Zo’n reusachtige bomen zijn vrij zeldzaam geworden. In het verleden werden ze vaak gekapt voor het hout. Vroeger werd het zaadpluis dat bestaat uit zachte vezels gebruikt als vulmateriaal voor kussens.
Op dag 2, tevens onze laatste dag in Costa Rica staan we om 6 uur klaar voor de geleide vogelwandeling. Er vallen nog wat regendruppels. De eerste vogel die we zien is een prachtige Massena’s trogon.
Een hele leuke waarneming was deze van een groep kuifsjakohoenders. Het zijn schuwe vogels die zich verraden door een krassende roep. Op de kop staat er een kuif en aan de kin hangt een rode lel. Ze leven in groep aan de rand van het regenwoud en verplaatsen zich al lopend over de takken van de bomen op zoek naar zaden, bessen of zachte blaadjes. Als ze zo tot boven in de boom gewandeld zijn zweven ze in zeilvlucht naar een volgende boom. Een prachtig schouwspel hoor! Vroeger werden ze bejaagd, net als de leguanen. Op het lijstje dat we naderhand doorgestuurd kregen staan 53 soorten aangevinkt. Wij onthouden vooral de witkraagmanakin, met zijn oranje pootjes,… Ter hoogte van de hangbrug zien we ook nog een drievingerige luiaard die de zon opzoekt.
Onze reis zit er bijna op, we moeten enkel nog naar de luchthaven rijden. Omdat wij nog een halve dag hebben nemen wij de weg door de bergen. Tijdens deze 100 km lange bochtige tocht passeren we de constant actieve Poás vulkaan. We hebben nog een laatste stop voorzien bij Cafe Colibri in Cinchona, een eenvoudig eetcafé met heerlijke lokale gerechten en uitgebaat door een vogelminnende familie en met geweldige vogelspotmogelijkheden.
Op 8 januari 2009 vond in dit dorp een aardbeving plaats met een kracht van 6.1; waarbij 34 dodelijke slachtoffers vielen en alle huizen zwaar beschadigd werden. Ook het café werd volledig verwoest door de daaropvolgende aardverschuivingen. Er werd een nieuw dorp met 91 woningen, Nuevo Cinchona, een paar kilometer verderop gebouwd, maar de eigenaren van het café kozen ervoor om hun populaire eetgelegenheid her op te bouwen op dezelfde steile helling als voorheen. De bomen in de buurt hebben nog niet hun oude hoogte, maar het merendeel van de vogels is teruggekeerd.
Wat een leuke plek! Het uitzicht op de omgeving is fantastisch met in de achtergrond een van de vele watervallen in de buurt. Op de voerderplanken en in de struiken zien we enkele voor ons nieuwe soorten zoals de zilverkeeltangare, de briltangare en de vuurkraagtangare. Ook zitten er twee soorten baardvogels: de tandsnavelbaardvogel en de roodkopbaardvogel. Baardvogels leven tussen het groene gebladerte van het regenwoud. Het zijn voornamelijk vruchteneters met een vrij forse snavel. Natuurlijk zien we er ook colibries waaronder de roodstaartmazilia, de violette sabelvleugel, de groenkruinbriljantkolibrie en de o zo mooie groene draadkolibrie.
Het is duidelijk: dit is een goede plek om afscheid te nemen van Costa Rica, maar tevens ook een plek om al beginnen te dromen van een terugkeer naar dit fantastisch land!
Fotoalbum ‘Costa Rica 2021 – Tirimbina en Cinchona’ weergeven